donderdag 9 april 2009

tandjes

Er zijn van die zaken waar je gewoon geen invloed op hebt. Bijvoorbeeld de tanden van je pasgeboren zoon- of dochterlief. Er zijn namelijk ook zaken waar je wel invloed op schijnt te hebben, bijvoorbeeld of je zoon- of dochterlief een bepaalde lichamelijk oefening onder de knie krijgt.
Maar tandjes zijn nog niet het ergste geval van een onbeinvloedbare zaak. Het ergste zijn de jaloerse-oermoeders die er alles aan doen om jou een rotgevoel te geven over de uitblijvende ‘ witte pareltjes’  in het giecheltje van je zoon- of dochterlief….

 Waarschijnlijk ken je het vreemde gegeven dat wanneer je net een nieuwe auto hebt gekocht, dat je dan overal diezelfde auto ziet. Alsof je dat merk plotseling aantrekt. Zo gaat het ook wanneer je bevallen bent. Je trekt dan plotseling allemaal andere oermoeders en –vaders aan. Die maken allemaal van alles mee en hebben allerlei handige tips. Dat kan echt behoorlijk handig zijn, ik maak nog regelmatig gebruik van mijn eigen oermoeder-hulplijn-service (dat zal ik binnenkort nog wel eens uitleggen). Maar het kan ook behoorlijk irritant zijn.

Het is met name irritant wanneer er sprake is van oermoeder-jaloezie, geuit door de welbekende jaloerse-oermoeder.

Jaloerse-oervaders kom je in de dagelijkse praktijk niet zo vaak tegen, maar ze zullen vast en zeker bestaan.

Jaloerse-oermoeders zullen altijd een opmerking weten te maken die de zojuist door jou gemaakte bejubeling van je eigen zoon- of dochterlief compleet teniet doet.

Mijn lieftallige echtgenoot en ik zijn erg trots op het feit dat zoonlief niets liever doet dan zich optrekken aan je handen om rechtop te gaan zitten of zelfs te staan. Er zijn uiteraard ook nog genoeg zaken die zoonlief niet kan. Daarvan zijn wij ons heus wel bewust. Maar volgens het ‘ConsternatieBureau’  is daar echt wel invloed op uit te oefenen. Daarom trainen we de zogenaamde ‘draaispieren’  van zoonlief dagelijks een halfuur, om op die manier te stimuleren dat zoonlief zelfstandig van ruglig naar buiklig, (en andersom) draait.

Maar wanneer je in gesprek bent met iemand die vraagt hoe alles gaat met ‘ de kleine’  dan antwoord je daarop altijd met de zaken die je zoon- of dochterlief wel kan, en in ons geval is dat de zogenaamde ‘ optrek van lig tot zit en sta’ . Denk er wel aan dat je hierbij te maken kunt krijgen met de zogenaamde jaloerse-oermoeder. Deze subcultuur weet feilloos de zwakke plekken van je zoon- of dochterlief te vinden en zal daarom steevast vragen naar deze zwakke plek. In ons geval bijvoorbeeld naar de tandjes van ‘ de kleine’ . Waarop mijn lieftallige echtgenoot en ik consequent moeten antwoorden met een: ‘ Nee, helaas, die heeft hij nog niet.’ Waarbij je ervanuit moet gaan dat deze uitspraak vast en zeker gevolgd zal worden door een rasechte jaloerse-oermoeder uitspraak: ‘ Oh, daar is hij dan wel laat mee.’

 Tandjes, je hebt er gewoon geen invloed op. Soms verschijnen ze al met drie maanden soms pas na een maand of negen. Maar nu zoonlief precies zes maanden is, is er plotseling een lichtpuntje in zijn giecheltje verschenen. Na zes maanden is het dan zover: zoonlief heeft zijn eerste tandje.

En hoewel we nu al zes maanden dagelijks zijn ‘draaispieren’ een halfuur trainen kan zoonlief nog steeds niet draaien. Hij ligt nog steeds zo solide als een steen.

 Maar wanneer iemand vraagt hoe het gaat met ‘ de kleine’  dan beantwoorden mijn lieftallige echtgenoot en ik  dat altijd met de zaken die zoonlief wel kan. En onze zoonlief kan, zonder te trainen, helemaal zelf, op precies de daarvoor aangegeven gemiddelde leeftijd, zijn eerste tandje laten verschijnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten